Niets te verliezen. Het verhaal van Ferry

De 27-jarige Ferry groeide op in een gezin waar het de normaalste zaak van de wereld was dat er drugs werd verkocht in huis en er gewapende mannen voor de deur stonden. Door hard werk en doorzettingsvermogen werd Ferry eigenaar  van een fietsenwinkel in Rotterdam. Dit is zijn verhaal.

Ferry's vader was een grote- en beruchte drugshandelaar en zijn ouders hadden veel vrienden én vijanden in het criminele circuit. Al op jonge leeftijd wordt Ferry met veel geweld geconfronteerd en al snel nam hij het stokje over van zijn vader. Na vele omzwervingen is hij op 18 jarige leeftijd bij zijn werkgever  gaan wonen. Daar leerde hij  hoe je op een eerlijke manier  geld kan verdienen en je leven op een positieve manier vorm kan geven.

Ferry is momenteel door zijn harde werken en doorzettingsvermogen, eigenaar  van een fietsenwinkel in Rotterdam. Hij is alleenstaand en pleegvader van zijn twee halfbroertjes.

Verliefd op de verkeerde

Mijn moeder is verliefd geworden op de verkeerde man. Zij was 15, hij 38 jaar oud. Mijn vader was een grote drugshandelaar, hij had veel geld en macht. Er was veel onrust in huis. Ik heb een keer gezien dat mijn vader werd gewurgd door iemand en voelde me altijd onveilig. Ik was bang voor mijn vader. Mijn zusje en ik werden door hem geslagen. Mijn ouders hadden vaak ruzie. Mijn moeder besloot weg te lopen en op een dag zijn we  opgehaald door de politie. Van mijn 5e toe 10e levensjaar woonde ik bij verschillende Blijf Groepen door heel Nederland. Ik kan me niet herinneren dat ik me daar ooit veilig heb gevoeld of dat ik begeleiding of therapie heb gekregen.  De rechter had een omgangsregeling uitgesproken en dus moest ik mijn vader zien. Ik was bang, want ik werd door hem geslagen.

Nieuwe start

We gingen verhuizen naar Deventer, daar kreeg mijn moeder een woning toegewezen.  Ze ging studeren en kreeg een baan in het onderwijs. Emotioneel gezien ging het niet goed met haar. Ze had borderline en ze gebruikte dagelijks softdrugs- en soms harddrugs. Een wonder dat ze haar baan in het onderwijs kon behouden.

Ik had ADHD, kon moeilijk stil zitten en had moeite met het accepteren van gezag. Gelukkig kon ik goed leren.  Ik had veel ruzie met de leraren op school. De docenten hadden een hekel aan me. Ik haalde regelmatig kattenkwaad uit en ik heb in groep 7 mijn eerste woede-uitbarsting gehad. Ik heb de hele school verbouwd, ik was zó boos op iedereen.

Ik ging na de bassischool naar het Gymnasium. De eerste klas ging redelijk goed, maar door de onrust thuis en omdat ik in de klas als straatschoffie niet geaccepteerd werd door mijn klasgenoten, ging ik naar het VWO. Ik voelde de druk om te presteren, maar ik kon me niet goed concentreren. Mijn moeder was erg teleurgesteld dat ik een niveau was gezakt.  Op school kwam ik regelmatig in de problemen. Ik maakte ruzie met de oudere kinderen van de  school en werd een paar dagen geschorst vanwege een vechtpartij. Ik begon  met het opzetten van een handeltje; eerst in vuurwerk en daarna in drugs.  Ik had niets te verliezen.

De leerplichtambtenaar werd ingeschakeld, maar ik wist iedereen goed om de tuin te leiden, het had geen gevolgen en er werd geen hulp ingezet. In het derde leerjaar kon ik het niet meer volhouden; ik was klaar met school. Ik zakte naar 4 MAVO en ging nog maar 2 dagen per week naar school. Wel kon ik toen eindelijk aansluiting vinden bij mijn klasgenoten.

Eigen baas

Thuis ging het niet goed. Ik werd steeds brutaler en ik had vaak ruzie met mijn moeder.  Ik moest veel zelf regelen; ik kocht mijn eigen eten, deed mijn eigen was  en moest voor mijn zusje zorgen. Mijn moeder lag vaak in bed en was zelden bezig met ons.  

Ik was 13 jaar oud en de drugshandel die ik had opgezet, liep goed.  Ik handelde in wiet en cocaïne en verdiende hier zo’n 2000 tot 5000 euro per maand mee. Ik begon met stelen; eerst een pakje sigaretten en later roofden ik met mijn 20-jarige vrienden hele kantoorpanden leeg. De grens lag voor mij bij het stelen van persoonlijke eigendommen van mensen.  Ze hebben me nooit opgepakt.

Hulp vragen

Ik was 15 jaar oud toen ik naar de huisarts ging om hulp te vragen; het kon niet langer zo door gaan, er moest iets veranderen. Ik was bang dat door de boosheid die ik voelde, ik andere mensen iets aan zou doen. Ik had geen angst voor anderen, ook niet voor grote criminelen waar ik wel eens mee werd geconfronteerd.

Ik kreeg goede begeleiding . Door de hulp die ik kreeg  leerde ik hoe ik om moest gaan met mijn gedrag, mijn verleden en met mijn emoties.  Ik veranderde als persoon, maar thuis veranderde er niets. Ik begon nog meer na te denken over mijn leven.

Op mijn 17e besloot ik uit het criminele circuit te stappen. Ik was er klaar mee, er was zo veel onrust in mijn leven.  Ik werd regelmatig door de politie gevolgd, ik was ze vaak te slim af en daarnaast had ik zelf mijn eigen mensen die de politie in de gaten hielden.  

De relatie met mijn moeder was helemaal verstoord. Ze liet me niet met rust. De ruzies tussen ons werden steeds heftiger. De politie moest regelmatig ingrijpen, ze zijn zelfs een keer met getrokken wapens ons huis binnengekomen.  Ik kreeg een gebiedsverbod.

Ik had inmiddels mijn MAVO diploma op zak en besloot een MBO opleiding te gaan volgen. Ik betaalde alles zelf. Het lukte me om de studie vol te houden al waren het zware jaren. Ik stond om 5 uur in de ochtend op om te gaan werken bij een supermarkt en  ging om 7 uur naar school toe. Later ben ik ook in de horeca gaan werken om geld te verdienen. Ik was tevreden; ik verdiende geld op een eerlijke manier en was mijn leven aan het opbouwen.

Tijdens mijn MBO opleiding ging ik stage lopen bij een fietsenmaker waar ik uiteindelijk ben gaan werken.  Ik wilde graag leren, ik was nieuwsgierig en mijn begeleider gaf me al snel het vertrouwen en verantwoordelijkheden. Ik ben fanatiek aan de slag gegaan en werd filiaalmanager. Ik deed de boekhouding, regelde personeelszaken, zette de verkoop van vuurwerk op en had systemen gedigitaliseerd.

Mijn moeder was vooral jaloers- in plaats van trots op me dat het beter met me ging. Ik probeerde zo veel mogelijk mijn eigen gang te gaan, niet in contact te zijn met haar om escalaties te voorkomen. Op een avond kwam ik thuis en toen had mijn moeder al mijn spullen buiten gezet. Ik ben bij een vriend gaan slapen en heb een paar weken afstand genomen van mijn moeder. Ik had geen plek om te wonen. Mijn werkgever deed me een voorstel  om bij hem en zijn gezin te komen wonen. Dit was heel spannend voor mij omdat het nette mensen zijn en ik een straatjongen was.

Ik heb de kans gegrepen en dat is mijn redding geweest. Ik kreeg liefde en aandacht en ik kon weer even ‘kind’ zijn. Na 3 maanden voelde ik me thuis in mijn nieuwe gezin. Ze hebben me heel veel geleerd.

Zes jaar geleden ben ik in Rotterdam gaan wonen. Ik  ben een fietsenmakeropleiding gaan volgen en toen ik de vraag kreeg om een fietsenwinkel over te nemen, heb ik deze kans gepakt. Dit is niet zonder slag of stoten gegaan. De investeerder bleek een oplichter te zijn; de winkel met spullen was bij overname helemaal leeg. Ik ben veel geld kwijtgeraakt aan verschillende rechtszaken die ik uiteindelijk allemaal heb gewonnen. Met een geleende gereedschapskist begon ik langzaamaan de winkel op te bouwen. Ik ben reparaties gaan uitvoeren en het is me gelukt om de winkel  tot een bloeiend bedrijf te krijgen.

Hulp geven

Mijn vader is hertrouwd en heeft nog twee zonen gekregen. Ik zag mijn halfbroers 1 keer per jaar. Ik heb altijd geweten dat het niet goed ging met ze. Ze werden mishandeld en zagen er slecht uit. Toen ze 10 en 12 jaar oud waren, ontspoorden ze totaal. Ze gebruikten harddrugs en gingen hun eigen gang. De WSG raakte betrokken en de kinderen werden onder toezicht gesteld. Ik wilde ze bij mijn vader weg hebben, ik wist als geen ander hoe onhoudbaar het was om als kind bij hem op te groeien, maar ik wist alleen niet hoe. Ze gingen van opvang naar opvang. Als tussenoplossing heb ik aangeboden dat ik ze 3 dagen kon opvangen. Dat werden als snel 3 weken en nu wonen ze sinds 5 maanden bij mij. Er werd een pleeggezin beloofd aan de jongens, maar dit kreeg de WSG niet rond. Ik besloot om de regie in eigen hand te nemen, ik wilde zelf een oplossing bieden. Ze zijn nu 14 en 16 jaar oud. Samen met de gezinsbeschermer van de WSG is besloten dat ik hun pleegvader ben. De jongens willen bij mij blijven wonen en ik kan ze veel bieden. Het is zwaar, zeker in combinatie met de winkel, maar het gaat goed. De jongens gaan naar school toe en luisteren over het algemeen goed.  Ik ben streng en duidelijk en maak strakke afspraken met ze, ik weet als geen ander waar de risico’s liggen als ze buiten zijn en houdt ze daarom goed in de gaten.

Hulpverleners hebben mij op latere leeftijd goed geholpen, maar in mijn jonge jaren ben ik vaak teleurgesteld in het handelen van de hulpverlening en politie. Toen mijn zusje en ik klein waren, zijn er veel zorgelijke signalen niet opgepakt en ook nu ik betrokken ben bij mijn halfbroertjes, zie ik dat er niet op tijd is ingegrepen. Ik vind dat er verkeerde adviezen zijn  gegeven  en dat er teveel vastgehouden wordt aan protocollen. Maatwerk; daar bereik je veel meer mee!

Mijn pleegouders zijn altijd een grote steun voor me geweest. Met mijn biologische vader heb ik sporadisch contact en mijn biologische moeder heb ik nu ruim 6 jaar niet gezien of gesproken. Ik mis haar wel eens, maar ik vind; zij zal initiatief moeten nemen voor een gesprek. Met mijn zusje gaat het niet goed, ze heeft veel meegemaakt  en intensieve hulp is noodzakelijk.

Ik heb me vaak gekwetst gevoeld in mijn leven. Waar ik voorheen verhard was, woede liet zien en vluchtte in negatief gedrag, lukt het me nu om pijn toe te laten en hier over te praten met anderen. Ik bots nog wel eens met mensen, vooral als ik vind dat iemand zich aanstelt. Ik denk dan vaak; ‘het kan veel erger’. Ik stel hoge eisen aan mijzelf, maar ook aan anderen. Recent is mijn relatie verbroken, het is verdrietig dat het zo is gelopen. Mijn leven staat nooit stil, ik verbaas me nergens meer over.

---De namen en plaatsen zijn geanonimiseerd---

Geschreven door: Andrea Stok