Met wie of wat krijgen jongere en ouder te maken bij een werkstraf?
Coördinator taakstraffen
Dit is een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming. Hij zoekt een plek waar de jongere gaat werken. Hij houdt tijdens de werkstraf contact met de jongere, de ouders en de werkbegeleider. De coördinator taakstraffen controleert of het werken goed gaat en de jongere zich houdt aan de gemaakte afspraken. Hij vertelt de officier van justitie of de jongere goed meewerkt.
Werkbegeleider
Dit is de persoon die de jongere op het werk begeleidt. Hij vertelt wat de jongere moet doen. De werkbegeleider laat aan de coördinator taakstraffen weten of de jongere de werkstraf goed heeft gedaan.
Contract
De coördinator taakstraffen maakt met de jongere, de ouders en de werkbegeleider afspraken over het werk, zoals over werkdagen, werktijden en regels. De afspraken komen in een contract, zodat iedereen precies weet aan welke afspraken de jongere zich moet houden. De jongere en de ouders krijgen een kopie.
Gele en rode kaart
Als de jongere niet goed meewerkt, vertelt de werkbegeleider dit aan de coördinator taakstraffen. De jongere kan dan een officiële waarschuwing krijgen. Dit heet ook wel een gele kaart.
Als de jongere zich opnieuw niet aan de afspraken houdt, krijgt de jongere een rode kaart. De taakstraf wordt dan stopgezet. De coördinator taakstraffen meldt dit aan de officier van justitie.
Eindrapportage
In de eindrapportage schrijft de coördinator taakstraffen hoe het is gegaan met het werk en de afspraken. En wat het resultaat is van de werkstraf, geslaagd of mislukt.