Coördinator taakstraffen Lieke: ‘Als jongeren het goed doen, krijgen ze van mij een brief met complimenten.’

Hoe ziet je werk eruit?

‘Bij een werkstraf zijn jongeren verplicht een aantal uren onbetaald werk te doen. Het is aan mij om te kijken welke werkstraf het beste past. Mijn eerste doel is contact maken met de jongere om uit te vinden wat bij hem of haar past. Het doel van de taakstraf is namelijk niet alleen de misstap bestraffen, maar de jongere ook iets bij te brengen. Tijdens de werkstraf houd ik toezicht op de uitvoering. Bijvoorbeeld of ze komen opdagen en zich houden aan de afspraken. Als een taakstraf niet lukt, loopt een jongere de kans op jeugddetentie. Dat wil je voorkomen. Als het mis dreigt te gaan, heb ik al meerdere gesprekken gehad met de jongere, de ouders en het netwerk om hem heen. Als ouders het belang van een taakstraf inzien, verhoogt dit de kans van slagen. Tot slot informeer ik de officier van justitie over de afloop van de taakstraf.’

Hoe weet je wat een passende werkstraf is?

‘Heeft een jongere een sterke behoefte aan een warme omgeving? Dan kan een zorgcentrum een goede keuze zijn. Vindt een jongere juist wat meer afstand prettig? Dan kan een kringloopwinkel geschikter zijn. Sommige jongeren passen beter in een groepswerkproject omdat zij door hun gedrag moeilijker te begeleiden zijn. En sommige jongeren zijn beter geholpen met één op één begeleiding. Daarvoor is er de specialistische taakstraf.’

Wat geeft jou voldoening in je werk?

‘Het sociale aspect in mijn werk geeft mij veel energie. Een goede samenwerking is nodig. Alle neuzen dezelfde kant op. Als jongeren het goed doen, krijgen ze van mij een brief met complimenten, met iets als: 'ik hoor dat je het heel goed doet' en 'succes met de laatste loodjes'. Ik wil natuurlijk het liefst dat jongeren hun verantwoordelijkheid oppakken, de taakstraf goed afronden en weer verder kunnen met hun leven.’