
ASAA | Samenwerkingspartner aan het woord
“Je leert continu van elkaar bij iedere schakel”
In Nederland wordt het sinds 2024 ontraden om een nieuwe procedure te starten voor het adopteren van een kind uit het buitenland. De zogenoemde ‘interlandelijke adoptie’ wordt in de aankomende 5 jaar zorgvuldig afgebouwd. Wie nog in een procedure zit om een kind uit het buitenland te adopteren, krijgt hierover verplicht voorlichting ter voorbereiding en reflectie van adoptie-expertisecentrum Fiom. Daarna onderzoekt de Raad voor de Kinderbescherming de geschiktheid van een gezin om een kind te adopteren. Fiom-directeur Ellen Giepmans vertelt over hoe ze zorgvuldig samenwerken.
Wat is de rol van FIOM bij de adoptie van een kind uit het buitenland?
''Wij hebben nog de wettelijke taak om aspirant-adoptieouders die al in een procedure zitten te informeren en voor te lichten. We geven 1 informatiebijeenkomst en als mensen daarna meer willen weten, volgen ze 5 voorlichtingsbijeenkomsten. Deze zijn verplicht in het voorbereidingstraject voor adoptie van een kind uit het buitenland. Als het kind uiteindelijk in het gezin komt, sturen we een welkomstbericht en kunnen we nazorg bieden. Dit gebeurt vanuit expertisecentrum INEA. Als ouders er behoefte aan hebben, bieden we begeleiding bij vragen of zorgen.''
Waar gaat de voorlichting over?
''We geven informatie over hoe de adoptieprocedure uit het buitenland op hoofdlijnen loopt. We vertellen om welke redenen kinderen naar Nederland komen en uit welke landen. We zoomen in op vraagstukken rondom hechting. We willen mensen laten reflecteren, zodat ze kunnen beslissen of adoptie bij ze past en ze een weloverwogen keuze maken.''
Wanneer komt de Raad voor de Kinderbescherming in beeld?
''Als mensen na de voorlichting besluiten om de stap te zetten, gaat de RvdK het gezinsonderzoek uitvoeren. De RvdK screent ouders die een kind willen adopteren zorgvuldig, zodat het kind veilig kan opgroeien. Belangrijk onderwerp van gesprek zijn de identiteitsvragen die te maken hebben met adoptie. Veel aandacht is er ook voor het belang van kinderen om te weten waar ze vandaan komen. En ook: wie hun biologische ouders zijn en onder welke omstandigheden ze zijn afgestaan. Het onderzoek leidt tot een beginseltoestemming, waarmee ouders zich bij adoptiebureaus kunnen melden.''
Hoe is het contact met de RvdK?
''Omdat mensen zich vrij en veilig moeten voelen om te twijfelen of onzeker te zijn, wisselen we geen inhoudelijke informatie over de aspirant-adoptieouders uit met de RvdK. Het beoordelingsproces is nog niet begonnen. Dat is niet onze rol. Wij geven alleen de contactgegevens.
Soms signaleert de RvdK tijdens het screenen dat bepaalde dingen niet duidelijk zijn voor de aspirant-adoptieouders. Daar geven ze feedback over. Dan besteden we hier meer aandacht aan in onze voorlichting en zo verbeteren we onze dienstverlening. Op het gebied van nazorg signaleren wij soms weer zaken die we als feedback teruggeven aan de RvdK. Je leert continu van elkaar bij iedere schakel zodat je het proces met elkaar zo zorgvuldig mogelijk kunt organiseren.''
Kun je een voorbeeld geven?
''Vanuit de nazorg merken we soms dat als kinderen in het buitenland eerst in pleeggezinnen hebben gezeten, ze daar van alles hebben meegemaakt. Die informatie ontbreekt soms in adoptiedossiers voor ouders. Dan is het goed dat de RvdK weet wat de impact is. Zodat we allebei ouders vanuit onze eigen rol kunnen informeren en kunnen voorbereiden. Wij passen onze voorlichting aan en de RvdK kan dit gerichter onder de aandacht van aspirant-adoptieouders brengen, zodat zij zich hier goed van bewust zijn.''
Hoe zie jij de rol van de RvdK?
''De RvdK kan zaken vanuit individuele casussen signaleren en inbrengen op beleidsniveau zodat het voor de grootste groep mensen zo goed mogelijk geregeld is. Ook komt de RvdK maximaal op voor het belang van het kind. Medewerkers zijn heel kritisch en zetten hun positie in om zaken voor elkaar krijgen. Het is inspirerend om samen met ze op te trekken.''