
Bescherming | Jongere aan het woord
“Ik wilde trouw blijven aan mijn ouders”
Mare* zat jarenlang in een zorgelijke thuissituatie. “Er moest iets gebeuren, want ik ging eraan onderdoor.” De Raad voor de Kinderbescherming deed onderzoek en zocht met Mare naar oplossingen. Op haar 17e werd ze uit huis geplaatst. Hoe kijkt zij, inmiddels 22 jaar oud, terug op dit besluit? En hoe heeft zij het contact met de RvdK ervaren?
Een uithuisplaatsing kan nodig zijn in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel. Waarom had jij bescherming nodig?
“Mijn beide ouders hebben een zware alcoholverslaving. Onze thuissituatie was niet gezond en - laten we eerlijk zijn - gevaarlijk. Mijn broer die een paar jaar ouder is, was al vertrokken om te gaan studeren. Dat betekende dat ik met mijn jongere broertje overbleef. Mijn ouders dronken veel en dus zorgde ik voor hem. Mijn moeder heeft een kwade dronk, mijn vader kan juist niets meer als hij alcohol op heeft. De hele situatie maakte dat ik me niet naar mijn leeftijd kon gedragen. Ik moest me veel volwassener opstellen dan ik eigenlijk was.”
Hoe verliep de uithuisplaatsing?
“Er waren veel mensen bij betrokken. Mijn stem werd goed gehoord. Het was heel moeilijk. Ik wilde trouw blijven aan mijn ouders. Tegelijkertijd verlangde ik zo naar rust en een veilige plek. Ik twijfelde, maar de raadsonderzoeker gaf aan dat het beter was om uit huis te gaan. Zij kwam voor mij op, en dacht na over wat het beste was voor mij. Ik heb bij pleeggezinnen gekeken en daar merkte ik direct dat ik niet in een ander gezin wilde wonen. Na wat verder zoeken kwam er een huisje op mijn pad. Zelfstandig wonen in een chalet in de achtertuin van mensen. Ik was er oud genoeg voor en wist dat het goed zou zijn voor mijn eigen ontwikkeling.”
Hoe kijk je terug op de periode tot je uit huis ging?
“Ik heb in de periode bij mijn ouders heel veel hulpverleners voorbij zien komen. Dat ging niet altijd goed. Soms escaleerden er dingen thuis, waar zij bij waren. Dit vind ik een heel belangrijk punt. Moesten zij ons juist niet beschermen? Ook duurde het lang voor er echte beslissingen werden genomen. Samen met mijn broertje was ik doodsbang dat we onze ouders niet meer mochten zien. Daarom waren we voorzichtig. Tegelijkertijd wilden we wel hulp. We wilden dat het voor zowel onze ouders als onszelf beter zou worden, zonder dat onze band opeens acuut zou worden stopgezet.”
Hoe is jouw leven daarna veranderd?
“Ik heb meer zicht op wat ik zelf nodig heb. Er kwam heel veel rust. Ik word niet meer dagelijks geconfronteerd met de keuzes die mijn ouders maken en de dingen die ze doen. Ik merkte opeens waar mijn eigen prioriteiten lagen. Ik startte met mijn opleiding en kreeg ruimte voor mijn eerste vriendje. Omdat ik er van een afstand naar kon kijken, besefte ik dat wat er thuis was gebeurd echt niet normaal was.”
En je ouders?
“Aan de ene kant heeft mijn vertrek op dat moment veel stukgemaakt. Dat is logisch, want het was pijnlijk. Uit huis gaan is normaal, maar niet op die manier. Aan de andere kant heeft het mij de ruimte geboden om aan mezelf te werken. Mijn ouders hadden die ruimte ook nodig. Op lange termijn heeft dit alles een positief effect gehad. Met mijn vader heb ik niet heel veel contact, hij drinkt nog steeds en maakt er een zooitje van. Ik wil me niet steeds zorgen om hem blijven maken. Met mijn moeder gaat het hartstikke goed. Het heeft jaren geduurd voordat het op gang kwam, maar we hebben nu een hele goede band.”
Hoe zie jij de toekomst?
“Ik heb nog dagelijks last van wat ik vroeger heb meegemaakt. Je wordt als persoon echt gevormd in zo’n situatie. Ik ben negatief ingesteld. Gewone dingen kosten mij veel moeite en ik zit aan de antidepressiva. Mijn wens is huisje-boompje-beestje. Een stabiele baan, een mooi huis, een lieve partner. En dan denk ik zeker ook aan zelf kinderen krijgen.”
*Mare is vanwege de bescherming van privacy niet haar echte naam.