
Straf | Ouder aan het woord
“In de cel is hij tenminste veilig”
Jasper* komt door zijn gedrag op zijn 14e in de jeugdgevangenis. Zijn moeder Mirjam* vertelde in de podcast ‘De Uitvoering’ over de moeizame zoektocht naar hulp voor haar zoon. Uiteindelijk krijgt Jasper specialistische hulp dankzij het netwerk van raadsonderzoeker Eveline. Mirjam: “Jasper is er nog niet, maar we merken echt verandering.”
Wat voor kind is Jasper?
''Toen Jasper 7 jaar was, werd duidelijk dat hij het niet redde in het gewone onderwijs. Hij was enorm geprikkeld als hij thuiskwam en had woedeaanvallen. Ook op school. Dat werd eigenlijk steeds moeilijker. Na 3 dagen in het speciaal onderwijs is Jasper al naar huis gestuurd. Er volgden jaren van allerlei hulp, maar Jasper liep steeds weer vast. Opname in een GGZ-instelling, een klinische opname, van dagbesteding tot en met crisisopvang. Behandelingen stopten omdat dingen escaleerden.''
Hoe kijk je terug op de hulpverlening?
''Ik heb opmerkelijke ervaringen met zorgverleners. Onze eerste negatieve ervaring in de jeugdzorg was met de orthopedagoog op de basisschool die we om advies vroegen omdat het niet meer ging. Zij liet ons na 1 gesprek in de steek. Ze heeft nooit meer iets van zich laten horen.
Aan het begin van onze zoektocht naar hulp dachten we steeds: ‘Het komt wel, het wordt wel beter.’ Je bent alleen bezig met hulp proberen te krijgen. De laatste jaren zijn we kritisch en verhard.''
Hoe komt dat?
''Het is lastig om zorg te vinden die echt bij Jasper en zijn problemen past. Keer op keer kreeg Jasper een standaardbehandeling, die uiteindelijk niet werkte. En elke keer als het ergens niet gaat, is weer het signaal ons als ouders: neem hem weer terug. Maar dat gaat niet. Dat is frustrerend. Voor ons, maar ook voor Jasper. Hoe leg je hem dat steeds uit? Hij ging steeds meer aan zichzelf twijfelen omdat hij elke keer werd afgewezen en kreeg te horen dat het hem niet ging lukken.''
Wat was het keerpunt?
''Op een gegeven moment ging Jasper optrekken met antisociale jongeren die in hetzelfde schuitje zaten. Je zag dat de problematiek van vroeger, het agressiestuk, terugkwam. Hij ging zich tegen alles en iedereen afzetten en pleegde vervolgens strafbare feiten.
Toen raakte de Raad voor de Kinderbescherming betrokken om te adviseren over een passende straf die Jasper zou helpen. Zij gaven aan dat voor Jasper de gesloten jeugdzorg het beste zou zijn. Hij zou niet kunnen weglopen en daar ligt de focus op zorg in plaats van op straf. Ook de gesloten jeugdzorg bleek helaas niet geschikt. De raadsonderzoeker adviseerde toen dat Jasper vast moest blijven zitten tot er nog specialistischer hulp voor hem zou zijn. Hij moest nog maanden in de cel blijven tot 1 van de 25 beschikbare plekken in het land in een psychiatrische instelling vrijkwam.''
Hoe was dat voor jou als moeder?
''Het eerste dat je denkt is: ‘Het is mijn kind, hij moet naar huis.’ Later denk je: ‘Hou hem maar in de cel, dan is hij veilig en kan hem niets overkomen.’ Heel bizar, maar het enige dat je wilt is dat je zoon veilig is. Ik maakte me constant zorgen over hoe het met hem ging en wilde hem van de straat afhebben.''
Hoe was het contact met de RvdK?
''Dat was spannend en weer even aftasten. De raadonderzoeker Eveline is een heel sociaal persoon, dat voelde meteen vertrouwd. Ze is heel duidelijk. Dat waardeer ik heel erg aan haar. Ik hoopte dat ze tot Jasper kon doordringen en hem op zijn gemak kon stellen. Dat deed ze door met hem te voetballen en ondertussen vragen te stellen. Of ze nam een fidget spinner mee voor hem naar de rechtbank, zodat hij er wat rustiger zat. Ze was heel begaan en wilde echt het beste voor ons allemaal.
Eveline moest een oplossing vinden die echt bij Jasper aansluit. Ze heeft alles uitgeplozen en heel hard gewerkt om de plek in de psychiatrische instelling te vinden. Daar stonden we met zijn allen, wij als ouders, de advocaten en de jeugdreclassering achter.''
En hoe is het nu met Jasper?
''Het gaat op zich goed met hem. Hij is stabiel. Hij is er nog niet, maar we merken echt verandering en dat is fijn.''
* Jasper en Mirjam zijn vanwege de bescherming van privacy geen echte namen.