Tweede helft 2020: instroom onderzoeken bij de Raad voor de Kinderbescherming

De instroom van het aantal onderzoeken bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) is in de 2e helft van 2020 bijna op hetzelfde niveau als in dezelfde periode in 2019.

In het 3e en 4e kwartaal van 2020 ziet de RvdK een stijging van de instroom van onderzoeken op het gebied van Gezag en Omgang en Straf ten opzichte van het eerste half jaar. Ook het aantal beschermingsonderzoeken is iets gestegen. Er is geen toename van het aantal spoedzaken. Het aantal onderzoeken schoolverzuim is sterk gedaald.

De behandeling van onderzoeken door de RvdK is ondanks de coronamaatregelen altijd doorgegaan. “Wij blijven doorwerken, ook tijdens de perioden met een lockdown. Juist voor de kwetsbare kinderen en hun gezinnen. Het blijft voor hen een zware tijd door de coronamaatregelen,” aldus Herke Elbers, algemeen directeur RvdK.

Gedurende de lockdown in de 2e helft van 2020 hebben RvdK-medewerkers minder cliënten op kantoor gesproken en zijn ze minder op huisbezoek geweest. De meeste afspraken en gesprekken met cliënten gingen telefonisch of via beeldbellen. Als het noodzakelijk was voor het onderzoek zijn er fysieke afspraken geweest. Een voorbeeld hiervan zijn de spoedzaken; als een kind in een acuut onveilige situatie zit dan komt de RvdK direct in actie en is er persoonlijk contact.

Elbers: “Bij een fysieke afspraak volgen wij de richtlijnen van het RIVM, want de veiligheid voor kinderen, verzorgers en medewerkers staat voorop. Natuurlijk houden we er hierbij rekening mee dat dit invloed heeft op het contact met cliënten." De RvdK doet zijn onderzoeken naar kwetsbare kinderen en hun gezinnen in nauwe samenwerking met de meldende organisaties zoals gemeenten en Veilig Thuis, en met de gecertificeerde instellingen (GI's)."

Beschermingsonderzoeken, scheidingsonderzoeken en schoolverzuim

In de laatste 6 maanden van 2020 zijn in totaal 9.000 beschermingsonderzoeken aangemeld bij de RvdK omdat er ernstige zorgen waren om een kind en vrijwillige hulp niet toereikend was. De RvdK onderzoekt vervolgens wat er nodig is om een kind te beschermen. In 2019 waren het in dezelfde periode ook bijna 9.000 zaken. Het aantal spoedzaken, waarbij bijvoorbeeld sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling, is in de tweede helft van 2020 niet gestegen.

Bij complexe scheidingen kan de rechter de RvdK vragen een onderzoek te doen en advies te geven. Tijdens de tweede helft van 2020 waren er weer meer zittingen van de rechtbanken en zijn meer zaken in behandeling genomen dan tijdens de eerste lockdown. Het aantal ingestroomde onderzoeken ‘Gezag en Omgang’ bij de RvdK is in het tweede half jaar ruim 2.500, waarmee de instroom ongeveer gelijk is aan dezelfde periode in 2019.

Het effect van de sluiting van de scholen en de schoolvakantie is goed terug te zien in de daling van het aantal onderzoeken bij schoolverzuim door de RvdK. In de tweede helft van 2020 daalde deze instroom naar 377 zaken. In 2019 waren dit er 878 in deze periode.

Jeugdstrafzaken en werk- en leerstraffen

De RvdK doet onderzoek in jeugdstrafzaken en geeft een passend (straf-)advies. Dit helpt een jongere om niet in herhaling te vallen en draagt bij aan zijn ontwikkeling. Bij de RvdK zijn in het tweede half jaar van 2020 ruim 4.900 strafzaken ingestroomd, in dezelfde periode in 2019 waren dit er ruim 5.150. De daling komt waarschijnlijk door de coronamaatregelen.

Van juli t/m december nam de instroom van jongeren met een werk- of leerstraf weer toe naar bijna 2.300. In 2019 waren dit er 2.745. Het is lastig om taakstraffen te laten uitvoeren tijdens een periode met een lockdown. Gelukkig was het mogelijk een groot deel van de leerstraffen digitaal uit te voeren waardoor jongeren toch hun leerstraf konden afronden. Tijdens de lockdown houden de coördinatoren taakstraffen van de RvdK zicht op jongeren die moeten wachten op de uitvoering van de taakstraf. De coördinator taakstraffen doet dit onder andere via (beeld)bellen. “De RvdK levert maatwerk voor deze jongeren, want beeldbellen werkt niet voor iedere jongere. Dat is vooral zo bij jongeren met een Licht Verstandelijke Beperking (LVB), maar ook bij jongeren die geen eigen slaapkamer of een mobiele telefoon hebben. Hier houden we rekening mee,” vertelt Elbers.