Daling van het aantal verzoeken om een kinderbeschermingsmaatregel

Het aantal keren dat de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) de rechter verzocht om een kinderbeschermingsmaatregel is fors gedaald. In 2022 waren dat 7452 verzoeken tegenover 9685 verzoeken in 2021. Dit is bijna een kwart minder, de grootste daling in de afgelopen 10 jaar. Het aantal verzoeken voor een uithuisplaatsing daalde evenredig van 1997 naar 1572 kinderen. Dat blijkt uit het jaarbericht van de RvdK dat vandaag verscheen. 

De daling van aantal verzoeken hangt samen met een afname van het aantal meldingen bij de RvdK voor een onderzoek naar een kinderbeschermingsmaatregel. Die daling zette in 2018 in, maar is in 2022 sterker dan voorgaande jaren. Omdat wij in steeds minder gevallen na onderzoek een kinderbeschermingsmaatregel verzoeken bij de rechter, leidt dit samen met de lagere instroom tot een sterke daling van kinderen voor wie wij een kinderbeschermingsmaatregel verzoeken bij de rechter.

Maatschappelijk debat

Een kinderbeschermingsmaatregel is ingrijpend voor zowel het kind als de ouders. Als binnen de thuissituatie problemen ontstaan en het kind ernstig in zijn of haar ontwikkeling wordt bedreigd, is de overheid verplicht om in te grijpen. De RvdK doet daarvoor eerst deskundig en onafhankelijk onderzoek naar de gezinssituatie en verzoekt daarna de rechter indien nodig om een kinderbeschermingsmaatregel. Dat gebeurt bijvoorbeeld als ouders hun kind verwaarlozen, mishandelen of seksueel misbruiken. 

In het huidige maatschappelijke debat is er veel aandacht voor dat dit overheidsingrijpen niet altijd leidt tot de gewenste verbetering van de situatie in gezinnen, en dus zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Met name bij het uit huis plaatsen van kinderen wordt in het maatschappelijk debat stevige vraagtekens gezet. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) maakte in samenwerking met beroepsgroepen en deskundigen, waaronder ook de RvdK, een nieuwe richtlijn over uithuisplaatsingen. In deze richtlijn ligt nu meer nadruk op het voorkomen van uithuisplaatsingen en het belang van terugplaatsing en het herstel van contact met ouders. 

"Een kind gedwongen uit huis plaatsen is een laatste redmiddel als alle alternatieven zijn uitgeput."

Voorkomen van uithuisplaatsingen

Theo Lodder, directeur bij de Raad voor de Kinderbescherming: “Wij vinden en vonden altijd dat een kind gedwongen uit huis plaatsen een laatste redmiddel is als alle alternatieven zijn uitgeput. De impact ervan op het leven van een kind is immers enorm. Tijdens ons onderzoek naar de noodzaak van een maatregel werken wij steeds intensiever samen met alle partners in de kind- en gezinsbescherming om een oplossing te vinden waarbij met hulp en ondersteuning de gezinssituatie verbetert én het kind of de kinderen veilig thuis kunnen blijven wonen. Deze daling in verzoeken voor een kinderbeschermingsmaatregel kan erop wijzen dat dit vruchten afwerpt."

Gebrek aan passende hulp

Tegelijkertijd denkt Lodder dat ook het gebrek aan passende hulp binnen de hele jeugdbescherming een rol speelt bij het dalend aantal verzoeken voor een kinderbeschermingsmaatregel. “Wij komen in gezinnen waar de problemen groot zijn en hulp hard nodig is, maar niet voorhanden. Dat stelt onze medewerkers, die zich dagelijks inzetten voor het welzijn van kinderen en hun gezinnen, voor enorme dilemma’s. Wij horen van onze raadsonderzoekers dat zij terughoudender zijn met het vragen van een kinderbeschermingsmaatregel omdat ze weten dat er geen jeugdbeschermer beschikbaar is. Dan wordt langer vrijwillige hulp geboden, wellicht ook aan gezinnen waar, gezien de ernst en duur van de problematiek, eigenlijk ingegrepen had moeten worden. Dat baart ons zorgen en het is daarom belangrijk dat we samen met de jeugdbescherming op zoek gaan naar de oorzaken van de daling van het aantal verzoeken voor een kinderbeschermingsmaatregel.“

Complexe scheidingen

In het jaarbericht wordt ook stilgestaan bij de impact van complexe scheidingen op kinderen. Complexe scheidingen met heftige ruzies, aanhoudende juridische procedures en strijd rondom de omgang met de kinderen, zijn zeer ingrijpend voor kinderen en maken vaak deel uit van de complexe problematiek in gezinnen waar de RvdK onderzoek naar doet. Door de rechtspraak, advocatuur, gemeenten en andere betrokken organisaties is vorig jaar een nieuw overheidsprogramma gelanceerd: ‘Een Nieuw Begin’. Doel van dit programma is om met alle partijen op een meer eenduidige wijze, in een vroeg stadium, helderheid te krijgen over de kern van de problematiek en hier tijdig passende hulp op in te zetten. Zo zijn er bijvoorbeeld scheidingsloketten voor ouders geopend om tijdig hulp te bieden. 

De RvdK doet vanuit zijn pedagogische en juridische deskundigheid volop mee aan deze nieuwe aanpak. Het feit dat de instroom van gezag- en omgangsonderzoeken iets is afgenomen in 2022 is een hoopvol signaal dat deze aanpak gericht op tijdige, goede ondersteuning en advisering aan scheidende ouders de eerste vruchten afwerpt.