Minister start gratieprocedure voor 30 jongeren
Minister Weerwind (Rechtsbescherming) start een gratieprocedure voor 30 jongeren die door een stapeling van factoren buiten hun schuld om hun straf nog niet hebben uitgezeten. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.
Door het capaciteitsgebrek in de justitiële jeugdinrichtingen was er vóór de zomer van 2021 geen gelegenheid voor deze jongeren om hun straf uit te zitten, mede door de impact van de COVID-19-crisis. In 2022 is besloten om deze groep zogenaamde zelfmelders niet meer op te roepen voor hun straf, maar op zoek te gaan naar een passende afhandeling. Dat heeft nu geresulteerd in deze gratieprocedure.
Deze jeugdige delinquenten wachten al ruim 3 tot 5 jaar op uitvoering van hun celstraf. In verreweg de meeste gevallen bedraagt de openstaande straf minder dan een maand. In de meeste gevallen betreft het een veroordeling voor vermogensdelicten zoals diefstal en heling. De jongeren waren allen minderjarig ten tijde van het delict.
De minister vraagt zich af of het alsnog uitvoeren van de straf nog wel passend is. Deze zaken worden daarom opnieuw voorgelegd aan de rechter. Waar nodig wordt voor de beoordeling van de zaken advies ingewonnen bij de Raad voor de Kinderbescherming. Het advies van de rechter is richtinggevend voor het definitieve besluit rondom het verlenen van gratie door de minister.
De Raad voor de Kinderbescherming vindt het besluit van de minister verstandig. Het jeugdstrafrecht heeft een pedagogisch karakter. De straf moet er vooral aan bijdragen dat de jongere zijn leven weer op orde krijgt en niet opnieuw in de fout gaat. Door het tijdverloop is het de vraag of de straf nog wel dit gewenste pedagogisch effect heeft.
Het is belangrijk dat de straf snel na het delict plaatsvindt, omdat de link met het delict dan nog duidelijk is. Veel van deze jongeren hebben hun leven bovendien weer op orde; de straf zou daarop ontwrichtend kunnen werken en hen mogelijk weer op het verkeerde pad kunnen brengen.
Madelon Ultee, beleidsadviseur jeugdstrafrecht van de Raad voor de Kinderbescherming: “Sommige van deze jongeren wachten nu al bijna vijf jaar op duidelijkheid. In veel gevallen is hun leven sterk veranderd, uit onze informatie blijkt dat geen van de jongeren in de afgelopen twee jaar opnieuw met justitie in aanraking is gekomen. Door deze gratieprocedure krijgen de jongeren duidelijkheid en kan de RvdK een persoonsgerichte aanpak adviseren, passend bij het pedagogische karakter van het jeugdstrafrecht en het doel van voorkomen van recidive. Dat is niet alleen in het belang van de jongere, maar ook in dat van de samenleving.”
Bekijk de bijbehorende kamerbrief justitiële jeugd.