Terugkerende kinderen uit voormalig IS-gebied
Nederland heeft te maken met ouders en kinderen die vanuit voormalig IS-gebied terug willen keren. De Raad voor de Kinderbescherming zorgt voor een veilige en stabiele opvang van deze kinderen uit Syrië of Irak.
Ieder kind heeft recht op bescherming. Dat geldt ook voor Nederlandse kinderen die terugkeren uit voormalig IS-gebied. Deze kinderen zijn niet verantwoordelijk voor de keuzes van hun ouders. Als ze naar Nederland komen, is het belangrijk dat zij zo goed mogelijk worden opgevangen. Ook is er hulp en begeleiding nodig om hen veilig te laten opgroeien in een stabiele omgeving.
Wanneer er signalen zijn dat ouders en kinderen uit Syrië of Irak terug willen keren naar Nederland, wordt dit gemeld bij de gemeente waar de ouder(s) eerder woonden. De gemeente bespreekt deze melding in het gemeentelijk casusoverleg Radicalisering. Daar zijn ook het Openbaar Ministerie (OM), de politie, Reclassering Nederland en de Raad voor de Kinderbescherming bij.
Onderzoek na terugkeer
Terug in Nederland worden de ouder(s) van de kinderen aangehouden. De kinderen gaan naar een professionele opvang. Het uitgangspunt is om broertjes en zusjes bij elkaar te houden. De kinderen hebben in een oorlogssituatie gezeten of hebben in gevangenschap in kampen geleefd. In Nederland zijn veel dingen nieuw voor hen. Het doel van de eerste opvang in professionele omgeving, is om een kind tot rust te laten komen. Daar kijkt een jeugdbeschermer naar wat een kind nodig heeft bij de ontwikkeling en opvoeding.
Deze periode vindt de Raad voor de Kinderbescherming noodzakelijk om te kunnen onderzoeken hoe het met de kinderen gaat. In hoeverre is er bijvoorbeeld sprake van trauma en problemen in de hechting? Wat hebben de kinderen nodig om zo goed mogelijk te kunnen opgroeien in Nederland? Tijdens deze opvangperiode hebben de kinderen onder begeleiding van jeugdbescherming contact met hun ouder(s) in de penitentiaire inrichting. Ook maken ze kennis met naaste familieleden.
Verzoek tot een voorlopige kinderbeschermingsmaatregel
Omdat de ouder na terugkeer wordt aangehouden, vraagt de Raad voor de Kinderbescherming aan de kinderrechter om een voorlopige (spoed)kinderbeschermingsmaatregel voor het kind. Gaat de kinderrechter akkoord met de maatregel, dan krijgt het kind een jeugdbeschermer van een Gecertificeerde Instelling (GI). Deze jeugdbeschermer houdt toezicht op de veiligheid en ontwikkeling van het kind. De GI zorgt er ook voor dat het kind de juiste hulp krijgt.
Coördinatie van het Landelijk Adviesteam minderjarige Terugkeerders (LAT)
In opdracht van het ministerie van VWS en de NCTV is er een Landelijk Adviesteam voor minderjarige terugkeerders uit Syrië en Irak (LAT) opgericht. Het LAT bestaat uit een team van experts op het gebied van (oorlogs)trauma, hechting en ideologie. De Raad voor de Kinderbescherming coördineert het LAT. Deze experts hebben als taak om te onderzoeken hoe het met het kind gaat. De LAT-experts bieden zelf geen hulp, maar geven adviezen aan de Raad voor de Kinderbescherming en de GI over wat het kind nodig heeft om stabiel en veilig op te groeien in Nederland.
Advies bij strafbare feiten
Wordt een kind van 12 jaar of ouder verdacht van een strafbaar feit? Dan wordt er een proces-verbaal opgemaakt. Dit geldt ook voor kinderen die terugkeren uit Syrië en/of Irak. Het Openbaar Ministerie (OM) kan het kind vervolgen volgens de regels van het Nederlandse jeugdstrafrecht. De Raad voor de Kinderbescherming heeft de taak om de rechtbank en het OM te adviseren over de meest passende straf voor het kind om herhaling te voorkomen. Naast het geven van een strafadvies, onderzoeken we ook of het kind hulpverlening nodig heeft. En welke hulp nodig is.
Veelgestelde vragen over terugkerende kinderen uit voormalig IS-gebied
Van veel kinderen is de verblijfplaats onbekend. De Raad voor de Kinderbescherming heeft achterblijvers geadviseerd om contact te zoeken met het Rode Kruis. Het Rode Kruis heeft een internationale afdeling ‘restoring family links.’ Deze afdeling probeert te achterhalen waar de familie nu is of ze nog in leven zijn en of er een bericht kan worden overgebracht.
In het voormalig IS-gebied worden mensen vaak gegroepeerd op basis van taal. Er zijn kinderen uit relaties tussen ouders uit verschillende Europese landen, zoals België en Frankrijk. De visie van de Raad voor de Kinderbescherming is dat het land van de ouder die het grootste deel van de verzorging en opvoeding op zich nam, verantwoordelijk is voor het kind. Dit vanwege de continuïteit in de opvoeding.
De jeugdbeschermer volgt de kinderen tijdens de hele looptijd van de kinderbeschermingsmaatregel. Daarnaast loopt er een (wetenschappelijk) follow-up onderzoek. Daarin worden de kinderen op vrijwillige basis op vaste momenten onderzocht. Stel dat een trauma zich op latere leeftijd openbaart, dan is het goed dat familie, scholen of hulpverlening daar alert op zijn. Bij signalen daarvan kan hulp worden geadviseerd.
Van collega’s in andere landen horen wij dat de aansluiting tussen zorg en veiligheid goed is georganiseerd in Nederland. Dit geldt ook voor de aansluiting tussen de landelijke en lokale aanpak. Dit beleid wordt zichtbaar in het maken van de terugkeerplannen. De EU financiert het Radicalisation Awareness Network, dat met een secretariaat wordt ondersteund door een Nederlandse organisatie. Daar wordt op internationaal niveau kennis gedeeld.