Gezag en omgang: rol en taak van de Raad voor de Kinderbescherming

Verzoek van de rechter om advies

Ouders worden het tijdens de (echt-)scheiding in het ouderschapsplan soms niet eens over beslissingen die ze over hun kinderen moeten nemen. Of het lukt hen niet om nieuwe afspraken met elkaar te maken. Of een ouder wil 1-hoofdig gezag of juist 2-hoofdig gezag.
Als mediation en/of hulpverlening niet tot een oplossing leidt, zal de rechter een beslissing moeten nemen. Het gaat vaak over kwesties rond gezag, verdeling van zorg- en opvoedingstaken, omgang met ouders en derden, hoofdverblijfplaats van het kind,  informatie- en consultatieplicht, vervangende toestemming erkenning of vervangende toestemming verhuizing.  

Als ouders er niet in slagen om samen beslissingen te nemen en de kinderen knel zitten in het conflict van hun ouders, vraagt de rechter de Raad voor de Kinderbescherming om advies: wat is het beste voor de kinderen? De RvdK kan dit advies ter zitting geven, maar als er grote zorgen zijn over de ontwikkeling of het veilig opgroeien van de kinderen stelt de RvdK een onderzoek voor.

Het doel van de RvdK is om aan de rechter een onderbouwd advies te geven, waarin het belang van het kind centraal staat.

Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming

Als de rechter de RvdK om advies vraagt, gaat de RvdK ervan uit dat ouders er, met of zonder hulp van een mediator of hulpverlening, niet in geslaagd zijn om in het belang van hun kind afspraken met elkaar te maken. In de verzoeken van de rechtbank is bijna altijd sprake van een complexe problematiek, waarin heftige conflicten tussen ouders, zoals huiselijk geweld een rol kunnen spelen. Er is vaak sprake van onveiligheid en ontwikkelingsbedreiging voor het kind. De RvdK geeft vanuit het perspectief van het kind een advies aan de rechter. 

Er kunnen redenen zijn om het onderzoek uit te breiden naar een beschermingsonderzoek, om te bezien of hulpverlening in het kader van een maatregel voor kinderbescherming noodzakelijk is. Voor ieder onderzoek en rapport rondom gezag en omgang geldt: het belang en het perspectief van het kind staat duidelijk beschreven; de afweging van dit belang en de relatie met het juridisch kader wordt expliciet genoemd.

Uitgangspunt
Het kind heeft recht op het onderhouden van een relatie met ieder van zijn ouders. Op basis daarvan wijst de RvdK de ouders op hun verantwoordelijkheid en zoekt met hen naar mogelijkheden om een duurzame regeling te treffen waarbij de relatie van het kind met beide ouders wordt behouden.