Soms lopen ongeboren kinderen risico en hebben ze bescherming nodig. Heeft vrijwillige begeleiding en voorlichting geen effect? Dan kan de overheid ingrijpen.
Bij kwetsbare zwangere vrouwen kan een vorm van vrijwillige of gedwongen hulp worden ingezet. Zodat hun ongeboren kind veilig ter wereld komt en opgroeit.
Ongeboren en geboren kinderen hebben dezelfde rechten voor de wet als het gaat om kinderbescherming. Dat betekent dat er ook hulp beschikbaar is voor ongeboren kinderen en hun moeders.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er een aantal risicofactoren zijn voor een ongeboren kind. Bijvoorbeeld:
- de moeder is slachtoffer van geweld
- de moeder heeft geestelijke problemen
- de moeder is ongewenst zwanger
- de moeder heeft een verstandelijke beperking
- de moeder rookt of drinkt alcohol of gebruikt drugs tijdens de zwangerschap
- het gezin is dakloos
Dit soort factoren kunnen ervoor zorgen dat ongeboren kinderen bijvoorbeeld te vroeg geboren worden of een laag geboortegewicht hebben. Ze hebben ook meer kans op chronische ziekten zoals astma, ADHD en foetaal alcoholsyndroom.
Via de gemeente
Veel gemeenten bieden speciale hulp aan kwetsbare zwangere vrouwen. De wijkteams van de gemeenten geven informatie over de beschikbare hulp. Er zijn bijvoorbeeld stoppen-met-rokenprogramma’s via verloskundigen en speciale programma’s voor verslaafde zwangere vrouwen in verslavingsklinieken. Er is hulp voor tienermoeders, en GGZ-klinieken bieden behandelingen voor zwangere vrouwen met geestelijke problemen.
Helpt dat niet of onvoldoende, en loopt het ongeboren kind gevaar? Dan kan de overheid maatregelen nemen. Meestal is dat door gedwongen hulp voor het gezin.
Ondertoezichtstelling
Een ondertoezichtstelling (OTS) is een vorm van gedwongen hulp en wordt het meest gebruikt om een ongeboren kind te beschermen. Het doel is om ernstige schade voor het kind te voorkomen of beperken.
De ouders krijgen een gezinsvoogd (ook wel jeugdbeschermer genoemd). Zij moeten de aanwijzingen van de gezinsvoogd opvolgen. Daarnaast krijgen zij specifieke begeleiding en hulp tijdens de zwangerschap, bijvoorbeeld van verslavingszorg of een gynaecoloog. Tijdens de ondertoezichtstelling bekijkt de gezinsvoogd ook of de ouders na de geboorte zelf voor hun kind kunnen zorgen.
Lees meer over ondertoezichtstelling
Gedwongen psychiatrische hulp
Iemand met een geestelijke ziekte kan verplicht zorg krijgen. Dit gebeurt alleen als de persoon door de ziekte een gevaar is voor zichzelf of voor anderen. Loopt het ongeboren kind gevaar door de geestelijke ziekte van de moeder? En zijn er geen andere oplossingen om het gevaar tegen te houden? Dan kan de rechter besluiten tot verplichte zorg voor een zwangere vrouw. Bij deze beslissing is altijd een psychiater betrokken.
Verplichte zorg kan bestaan uit bijvoorbeeld medicijnen geven, medische controles of een opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit wordt geregeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De Wvggz geldt niet voor mensen met een verstandelijke beperking.
Lees meer over de Wvggz op de website Dwangindezorg.nl
De Raad voor de Kinderbescherming is al vanaf het begin van de zwangerschap beschikbaar voor advies of onderzoek. Een onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming naar een ongeboren kind kan op verschillende manieren beginnen:
- Een medewerker van de gemeente of Veilig Thuis neemt contact op met de Raad voor de Kinderbescherming omdat hij of zij zich zorgen maakt over een ongeboren kind.
- Een Gecertificeerde Instelling die de ondertoezichtstelling van een ander kind uit het gezin uitvoert, wil weten of een ongeboren kind veilig is.
- Doet de Raad voor de Kinderbescherming onderzoek naar een kind binnen een gezin, dan kijkt zij daarbij ook naar mogelijke ongeboren kinderen. Is de moeder zwanger, dan onderzoekt de Raad voor de Kinderbescherming of het ongeboren kind veilig is.
Is een maatregel nodig? Dan dient de Raad voor de Kinderbescherming hiervoor een verzoek in bij de rechter. De Raad voor de Kinderbescherming kan de rechter vragen om een ongeboren kind onder toezicht te stellen. Dit kan op ieder moment in de zwangerschap.
Het is belangrijk dat de Raad voor de Kinderbescherming op tijd wordt ingeschakeld. Zo wordt zoveel mogelijk voorkomen dat een maatregel rond de bevalling plaatsvindt.
Iedere burger met zorgen over een ongeboren kind kan contact opnemen met Veilig Thuis.
Professionele hulpverleners kunnen voor ongeboren kinderen de meldcode kindermishandeling gebruiken.
Ouders die dat willen, kunnen hulp krijgen bij het bespreekbaar maken van hun kinderwens en bij het gebruiken van anticonceptie. De Raad voor de Kinderbescherming brengt hen in contact met iemand van de GGD. Dit gaat via het programma ‘Nu Niet Zwanger’ van de GGD. De Raad voor de Kinderbescherming en ‘Nu Niet Zwanger’ werken samen.
Bij het bespreken van het gebruik van anticonceptiemiddelen, gaat het nadrukkelijk om vrijwillig gebruik. Het gaat niet om het definitief voorkomen van een zwangerschap. Uiteindelijk blijft het de keuze van de vrouw en haar partner.
Bekijk meer informatie op de website ‘Nu Niet Zwanger’