Een jongere die een strafbaar feit heeft gepleegd krijgt een straf, een maatregel of een combinatie daarvan opgelegd.
Een straf richt zich meer op vergelding (een vorm van schade vergoeden) en leedtoevoeging (de jongere het aangerichte leed laten voelen). De belangrijkste straffen zijn: geldboete, taakstraf en jeugddetentie.
Een maatregel richt zich meer op heropvoeding of behandeling. De belangrijkste zijn: PIJ, gedragsbeïnvloedende maatregel en vrijheidsbeperkende maatregel.
Bijna elke straf en maatregel kan voorwaardelijk worden opgelegd. Een voorwaarde kan zijn dat de jongere meewerkt aan toezicht en begeleiding jeugdreclassering.
Maatregelen en straffen voor jongeren
De rechter kan een geldboete van een paar euro tot een paar duizend euro opleggen. De rechter kan bepalen dat de jongere deze boete in termijnen betaalt. De hele boete moet binnen 2 jaar zijn betaald.
Wanneer de jongere de geldboete niet betaalt of maar een deel, dan kan de rechter jeugddetentie opleggen.
De rechter of de officier van justitie kan een jongere als straf een taakstraf geven. Een taakstraf is een werkstraf of een leerstraf of een combinatie daarvan.
De Raad voor de Kinderbescherming coördineert de taakstraf. De coördinator taakstraffen selecteert een opvoedkundig gezien passende taakstraf, zorgt ervoor dat de jongere de taakstraf kan uitvoeren, houdt toezicht op de uitvoering en informeert de officier van justitie over de afloop van de taakstraf.
Het is belangrijk dat ouders hun kind steunen bij het uitvoeren van de taakstraf.
Bekijk hier wat er gebeurt als een jongeren een werkstraf krijgt.
Jeugddetentie is de vrijheidsstraf voor jongeren. De jongere moet voor een bepaalde periode in een justitiële jeugdinrichting verblijven. De maximale periode hangt af van de leeftijd. Als de jongere nog geen 16 jaar was op het moment dat hij het strafbare feit pleegde, dan is deze periode 1 jaar. Was hij op dat moment 16 jaar of ouder dan is de maximale periode 2 jaar.
In detentie gaat de jongere naar school. Ook krijgt hij les in bijvoorbeeld sociale vaardigheden en beter omgaan met woede.
PIJ betekent Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Met een PIJ-maatregel wordt een jongere met een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis opgenomen in een justitiële jeugdinrichting. Hier krijgt hij een intensieve behandeling en begeleiding om herhaling van het misdrijf te voorkomen.
De jongere krijgt de PIJ-maatregel voor 3 jaar. De maatregel kan 1 of 2 keer worden verlengd en mag in totaal maximaal 7 jaar duren. Na de maximale periode kan de PIJ-maatregel, als de veiligheid van de maatschappij dit vereist, omgezet worden in een maatregel van terbeschikkingstelling (tbs).
De gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) is gericht op heropvoeding. Het doel is verder afglijden van de jongere te voorkomen en bij te dragen aan zijn verdere ontwikkeling. De maatregel beperkt de vrijheid van de jongere, maar de jongere gaat niet naar een justitiële jeugdinrichting. De maatregel is intensief en niet vrijblijvend.
De maatregel bestaat uit verschillende trainingen en behandelingen. Het programma kan helemaal op maat gemaakt worden voor de jongere. Het kan gaan om een cursus waarin de jongere leert om te gaan met boosheid. Of om een training waar de jongere 'nee' leert zeggen tegen verkeerde vrienden of alcohol of drugs.
Ter ondersteuning van het programma kan de rechter bepalen dat de jongere 's nachts in detentie zit. Ook is het mogelijk om elektronisch toezicht toe te voegen aan het programma (de enkelband).
De GBM wordt opgelegd voor een periode van minimaal 6 maanden en maximaal 1 jaar. Hij kan 1 keer worden verlengd, met maximaal dezelfde termijn.
Om te voorkomen dat een jongere een nieuw strafbaar feit pleegt of ter beveiliging van de maatschappij, kan een jongere een vrijheidsbeperkende maatregel krijgen. Dat betekent dat voor maximaal 5 jaar de jongere:
- niet in een bepaald gebied komt, dit heet locatieverbod
- geen contact heeft met 1 of meer personen, dit heet contactverbod
- op bepaalde tijdstippen of gedurende een bepaalde periode op een bepaalde locatie aanwezig is, dit heet locatiegebod
- zich op bepaalde tijdstippen meldt bij de politie, dit heet meldplicht.
Een gecertificeerde instelling voor jeugdreclassering voert toezicht en begeleiding jeugdreclassering uit. Deze instelling houdt toezicht op de naleving van voorwaarden die door de rechter zijn opgelegd, en begeleidt de jongere daarbij.
Toezicht en begeleiding voor jeugdreclassering is erop gericht om te voorkomen dat de jongere opnieuw strafbare feiten pleegt. Bij de begeleiding gaat het om individuele begeleiding van de jongere. De ouders worden hier ook bij betrokken.