De kinderrechter beslist of er een kinderbeschermingsmaatregel komt of niet. En of uw kind thuis kan blijven wonen. Meestal doet de rechter tijdens de zitting al uitspraak. Dat heet: de beschikking. Is er meer tijd nodig? Dan krijgt u de beschikking binnen 2 weken per post.
De kinderrechter kan ons verzoek om een kinderbeschermingsmaatregel toekennen, afwijzen of aanhouden. Bij toekenning van het verzoek gaat de kinderbeschermingsmaatregel in. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geen rol in het uitvoeren van zo’n beschermingsmaatregel of uithuisplaatsing.
Het verzoek kan ook worden aangehouden. Dat betekent dat de kinderrechter nog niet direct een besluit neemt, maar eerst afwacht of de situatie verbetert.
Wijst de rechter het verzoek om een beschermingsmaatregel af? Dan komt er geen verplichte hulp en wordt het rapport opgeslagen in het dossier van de Raad voor de Kinderbescherming. Als er afspraken over vrijwillige hulpverlening zijn, dan sturen we het rapport naar de hulpverlener. Dit bespreken we dan met u en uw kind.
In sommige gevallen neemt de kinderrechter nog niet direct een beslissing. De kinderrechter stelt de beslissing uit voor een bepaalde periode. Dit is vaak voor een aantal weken of maanden en er is een einddatum. De kinderrechter wil weten wat het effect van de hulpverlening is in die periode. En of de situatie voor uw kind voldoende verbetert.
De Raad voor de Kinderbescherming doet voor de einddatum opnieuw kort onderzoek naar de opvoedsituatie van uw kind. Daarover brengen we verslag uit aan de rechtbank. Aan de hand daarvan beslist de kinderrechter dan of de kinderbeschermingsmaatregel nodig is.
Beslist de rechter dat er ondertoezichtstelling (OTS) voor uw kind nodig is? Dan krijgt u een gezinsvoogd die u gaat helpen bij de zorg en opvoeding. De gezinsvoogd werkt niet bij de Raad voor de Kinderbescherming, maar bij een gecertificeerde instelling (GI) in de regio waar u woont. Een GI is een jeugdbeschermingsorganisatie die aan bepaalde eisen voldoet. U gaat met de gezinsvoogd in gesprek over wat het precies inhoudt dat uw kind onder toezicht staat. Samen met de gezinsvoogd maakt u een plan om de gezinssituatie te verbeteren. In sommige regio’s wordt een gezinsvoogd anders genoemd. Bijvoorbeeld: gezinsmanager of jeugdbeschermer.
Bij een ondertoezichtstelling (OTS) voor uw kind, kan de rechter ook het verzoek krijgen voor een machtiging uithuisplaatsing (MUHP). Dat gebeurt als het te onveilig is voor uw kind om thuis te wonen.
Oplossing waarbij uw kind in de vertrouwde omgeving kan blijven
Bij een uithuisplaatsing gaat uw kind een tijdje in een ander gezin, een tehuis of instelling wonen. De Raad voor de Kinderbescherming kijkt voor een geschikte plek altijd eerst in het sociale netwerk van en uw kind. Het liefst vinden we een oplossing waarbij uw kind in de vertrouwde omgeving kan blijven. Tijdens de uithuisplaatsing mag uw kind meestal contact houden met u.
Beslist de rechter dat er een gezagsbeëindigende maatregel (GZBM) nodig is? Dat is een zware maatregel waarbij u het ouderlijk gezag over uw kind verliest. Wel blijft u natuurlijk de ouder van uw kind. Uw kind krijgt een voogd, die dan het gezag heeft en belangrijke beslissingen neemt over de zorg. Een voogd werkt meestal bij een gecertificeerde instelling (GI). Dat is een jeugdbeschermingsorganisatie die aan bepaalde eisen voldoet. Soms wordt niet een instantie, maar een persoon de voogd. Bijvoorbeeld een pleegouder of iemand anders die sterk betrokken is bij uw kind.
Gratis advocaat bij een gezagsbeëindigende maatregel
Krijgt u te mogelijk te maken met een gezagsbeëindigende maatregel? Dan kunt u rekenen op gratis hulp van een advocaat. De rechtbank neemt hierover contact met u op.
We begrijpen dat er veel op u afkomt. Misschien heeft u behoefte aan meer uitleg. Neem gerust contact op met de raadsonderzoeker. Of bel naar uw locatie als u nog niet in contact bent met een raadsonderzoeker. Het telefoonnummer vindt u bij Locaties & contact.
Veelgestelde vragen over de uitspraak door de rechter
Een voogd is niet hetzelfde als een gezinsvoogd. Een voogd heeft namelijk volledig gezag over een kind en kan alle beslissingen over zorg en opvoeding van uw kind nemen. Uw kind krijgt een voogd bij een gezagbeëindigende maatregel of voogdijmaatregel.
Een gezinsvoogd neemt niet uw ouderlijk gezag over, maar helpt u (verplicht) bij de zorg en opvoeding. U deelt dus eigenlijk het gezag over uw kind. Bij alleen een ondertoezichtstelling (OTS) kunt u bijvoorbeeld zelf bepalen waar uw kind woont.
.
Bent u het niet eens met de beslissing van de kinderrechter om een OTS en/of een machtiging uithuisplaatsing (MUHP) op te leggen? Dan kunt u na de uitspraak, binnen 3 maanden, in hoger beroep gaan. U heeft hiervoor wel een advocaat nodig.