Informanten: informatie van mensen die het gezin of kind goed kennen
Bij een onderzoek brengen we de (gezins)omstandigheden van het kind in kaart. Vaak vragen we tijdens het onderzoek informatie op bij mensen die het gezin vanuit hun werk of privé goed kennen. We noemen deze mensen informanten. Hun informatie kan helpen om het onderzoek completer te maken en de situatie van het kind beter te begrijpen.
Informanten tijdens een raadsonderzoek
Het doel van het raadsonderzoek is om de situatie van een gezin in kaart te brengen. We onderzoeken of er problemen zijn en welke oplossingen daarbij passen. Een raadsonderzoeker wordt tijdens een onderzoek geholpen door een gedragsdeskundige en als dat nodig is door een juridisch deskundige. In een gezamenlijk overleg nemen zij de beslissingen in het onderzoek. Het kan zo zijn dat er informatie nodig is om een volledig beeld te krijgen van de (gezins)situatie van het kind. In dat geval schakelen we hulp in van een (of meerdere) informant(en). Deze informatie kan helpen bij het maken van een beslissing over de vervolgstappen voor het gezin.
Veelgestelde vragen
Meestal zijn informanten personen die het kind of het gezin door hun werk goed kennen, zoals een leerkracht, huisarts of hulpverlener. Het kan ook zo zijn dat er een ‘informele’ informant wordt gevraagd, dat is bijvoorbeeld een familielid of buurvrouw. De informatie die een informant geeft over het gezin of het kind kan helpen om het gezin beter te leren kennen en tot het juiste advies te komen.
Tijdens veel onderzoeken is de medewerking van informanten belangrijk. Maar we zijn niet verplicht om informanten te raadplegen. We beslissen zelf of en welke informanten we vragen. Het kan voorkomen dat we besluiten om een door de ouders voorgestelde informant niet te raadplegen. Ook kunnen we ervoor kiezen de informatie van een informant uiteindelijk niet op te nemen in het rapport. In beide gevallen moeten we in het rapport uitleggen waarom dat niet gebeurd is.
Raadsonderzoekers hebben het recht informatie op te halen bij informanten. Ze zijn namelijk verantwoordelijk om informatie zo compleet mogelijk aan te leveren bij een raadsonderzoek. Voor het inschakelen van informanten vragen we de ouder(s) en/of verzorger(s) en een kind als dit 16 jaar of ouder is om een informantenformulier te tekenen. De raadsonderzoeker kan u dan persoonlijk, telefonisch of per e-mail vragen stellen die kunnen helpen bij het onderzoek. Hier moet u zelf beslissen of u informatie kunt geven zonder dat de ouders en het kind daar bezwaar tegen hebben, of dat vertrouwelijkheid belangrijk is en er een reden is om wel informatie te delen. We vragen hier om uw medewerking.
De kern van de informatie die u geeft, wordt opgenomen in het rapport. De raadsonderzoeker vraagt wel uw goedkeuring voor de informatie die wordt gebruikt in het rapport. Wordt uw informatie gebruikt in een strafonderzoek (bij jongeren die met de politie in aanraking zijn gekomen), dan ontvangt u alleen de tekst als uw informatie afwijkt van de informatie die de ouders over het kind hebben verteld. Als uw informatie een bevestiging is van wat ouders zeggen, dan leggen we de tekst niet aan u voor.
Als u gevraagd wordt als informant, dan is het gezin hiervan op de hoogte gesteld door de Raad voor de Kinderbescherming. We hebben het liefst dat de cliënt, de verzorger(s) of ouder(s) van het kind geen bezwaar heeft tegen uw medewerking, maar dat hoeft niet. In het belang van het onderzoek kunnen we besluiten om informanten te vragen zonder goedkeuring van de cliënt. In dit geval moet de raadsonderzoeker een reden geven en de cliënt en informant daarvan op de hoogte stellen. Als u het gezin goed kent omdat u bijvoorbeeld een vriend of familielid bent, dan kunnen we ook afstemmen dat u samen met ouders met de raadsonderzoeker spreekt. Natuurlijk kunt u ook altijd de informatie vooraf met ouders of het kind bespreken voordat u dit aan de raadsonderzoeker geeft.
Nee, de RvdK betaalt u niet voor informatie. Dit heeft de volgende redenen:
Het betalen voor informatie is in strijd met onze kernwaarden: onafhankelijkheid, betrouwbaarheid en integriteit.
Een informant heeft rechten. We proberen die zo goed mogelijk in bescherming te nemen. Zo kan de naam van een informant worden weggehaald uit een verslag. Maar het is niet altijd beter. In de meeste gevallen is het goed om eerlijk te zijn over uw rol. We laten de informant altijd het gespreksverslag nalezen en accorderen, voordat we dit delen. Na het onderzoek krijgt de informant in grote lijnen te horen wat de uitslag van het onderzoek is.
Belangrijke informatie
Meldcode: vermoedens van kindermishandeling
Hulp- en zorgverleners hebben een wettelijk meldrecht bij vermoedens van kindermishandeling. Dit meldrecht geeft hulp- en zorgverleners het recht om indien noodzakelijk zonder toestemming van de cliënt of de ouders, een melding te doen van vermoedens van kindermishandeling bij Veilig Thuis (steunpunt Advies en meldpunt Huiselijke geweld en kindermishandeling (AMHK)). In crisissituaties kan de Raad voor de Kinderbescherming direct worden ingeschakeld. Hulp- en zorgverleners hebben ook het recht om informatie aan de Raad voor de Kinderbescherming te verstrekken als we daarom vragen. Ook zonder toestemming van de cliënt of ouders.
Procedure voor twijfel over de identiteit van de informant
Helaas komt het voor dat mensen zich voordoen als medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming zonder dat ze dat echt zijn. Als u twijfelt aan de identiteit van de persoon die zich als raadsonderzoeker voorstelt, neem dan contact met ons op. De adressen en telefoonnummers vindt u op www.kinderbescherming.nl/contact. Vraag bij persoonlijk contact naar de legitimatiekaart van de Raad voor de Kinderbescherming die iedere raadsonderzoeker bij zich hoort te dragen.
Kwaliteitskader
De werkwijze van de Raad voor de Kinderbescherming is vastgelegd in het Kwaliteitskader waarvoor de minister van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk is. U kunt zowel het Kwaliteitskader als de protocollen op elke locatie inzien of online bekijken.
Bescherming van persoonsgegevens binnen het raadsonderzoek
De Raad voor de Kinderbescherming voert een aantal taken uit waarbij we persoonsgegevens verwerken. Dit zijn gegevens van cliënten (kinderen en hun ouders, verzorgers of wettelijke vertegenwoordigers) en van andere betrokkenen waar we contact mee hebben. Sommige persoonsgegevens zijn specifiek voor een bepaalde zaak, andere gegevens hebben we altijd nodig. Op de pagina over de bescherming van persoonsgegevens leest u welke persoonsgegevens we verwerken, wanneer die gegevens nodig zijn en wie erbij betrokken zijn.
Vragen of bezwaren
Heeft u een vraag? Bekijk eerst onze veelgestelde vragen met informatie over onder meer het raadsonderzoek en het dossier. Komt u er niet uit? Dan kunt u contact met ons opnemen. Wilt u een klacht indienen of een ervaring delen over een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming? Of over de behandeling door een medewerker? Dan kunt u ons klachtenformulier invullen.